Aleksandra Leenhouts-Popit



Viera Benková


Viera Benková werd geboren in 1936 te Bačsky Petrovec (Vojvodina), in toenmalig Joegoslavië. Tussen 1962-1975 werkte Benková als journaliste in Novi Sad bij de Slowaakstalige krant Hlas ľudu en als redacteur van het literaire tijdschrift Nový život. Ze was lid van de Joegoslavische Schrijversbond en verhuisde in 1967 met haar gezin naar Belgrado waar ze jarenlang de status van vrije kunstenaar had.

In Belgrado werkte Benková voor verschillende landelijke kranten en literaire tijdschriften en bij Radio Belgrado. Regelmatig vertaalde zij gedichten en verhalen uit het Servisch, Sloveens en Tsjechisch. Vanaf 1980 werkte Benkova bijna tien jaar lang in de Slowaakse culturele vereniging P.J. Šafárik. Nadat Milošević in Servië in 1992 aan de macht kwam, ging Benková uit eigen beweging met vervroegd pensioen en verhuisde ze terug naar haar geboorteplaats Bačsky Petrovec. Vanaf die tijd werkt zij samen met een regionale Slowaakse omroep en de lokale afdeling van Slovenská Maťica in dezelfde plaats (toen Joegoslavië, nu Servië). Sinds 1990 is Viera Benková lid van de Slowaakse Schrijversbond. In 2014 ontving ze in Bratislava een prijs voor haar hele oeuvre, in het bijzonder voor Slowaakstalige poëzie en literatuur buiten de landsgrenzen.



Liefde


Vanavond, op mijn handpalm
is heel zacht een ster uit je oog gevallen.

De maan, steeds ronder,
ruikt naar een stuk brood
gemaakt door onze vermoeide handen.

Kom maar, ster,
twijfel niet om in mij te stappen
mijn mond, ogen en handpalmen
te doen branden.

Laat al mijn jaren, voor eeuwig,door jou in vuur doen ontvlammen.
Laat scherpte van de liefde
in dit leven mij telkens weer doorboren.

Mijn naam is Vrouw.

Uitzinninge, mei, 1964

man en vrouw


Nacht met gaten is
in onze ogen gevallen
en trommelt er dof
op mijn hart.

Zo dichtbij en zo ver weg
van elkaar zijn wij in de volle maan.
Toch geurt het al
naar een verroeste liefde.

Zijn wij minnaars?
Simpelweg man en vrouw.

Nieuw leven, 1966

beelden van tijd


In onze ogen
zijn alleen ruimtes verborgen.
Zandtijd nestelt zich
op hun bodems
en korrel na korrel
wordt het helemaal
naar de bodem gesluisd …
en er
… vermalen tot een liefdesbron.

Variaties, 1969

Vervulling


Jij kwam in mij
als een pijl
als een hinde
die in het woud dringt.

Op de bergtoppen
verbleekt de nacht.

Het is vervulde volmaaktheid.

Variaties, 1969

te gast


Mijn moeder bakte voor mij een brood
van haar lichaam en bloed.
In mijn mond proef ik flarden van gebeden,
die aan elkaar klitten door stoffelijke resten en schimmelige aarde.

Hier ben ik te gast.

Met een roestige zeis oogst ik velden vol herinneringen,
terwijl in mijn hand enkel droog vlas overblijft.
Telkens weer plaatst moeder broden
in de oven en met haar aangebrande schort
blaast ze weer leven in het bijna uitgedoofde vuur.

Hier ben ik maar te gast.

Rituelen, 1971

***


Illuminatie 7
In het land van de oerzonen
Is het vuur uitgedoofd.

Altijd wordt ernaar gezocht
Door zonen en dochters
In het land van reuzen
Achter de zevende hemelberg
In het nest van de oude en wijze adelaar.

Hij zit op een rots
Rustig en oud
En verhaalt er aan zijn zonen:

Slechts één vonkje in je hart volstaat
En het vuur gaat brandden.

Obelisk, 1982

nr. 10


Maan –
lantaarn van de nacht
doet de gele wierook branden.
De bleke tijdgeest
reist door de ruimte.

Mens –
een stiltejager.

Rozengloed, 1986

Moerasspirea


(Filipendula ulmaria)
Voor Xenia

Als men niet meer weet hoe
en niet verder kan,
doet zij in het land Panonië de aarde opengaan

Zodat er meer zonlicht
naarbinnen stroomt
en bij het sterrenlicht
alle weldenkende mensen
er goed kunnen leven
ook in het land van hun oermoeders

Slowaaks heldendom, 1997

uit het reliekenboek. eerste gedicht


1.
Alles is zo zoals het moet zijn.
Je kan geboren worden, doodgaan.
Je kan verhuizen.
Je kan je geboortegrond, staat
en land verlaten.
Ook een werelddeel of
een continent kan je inruilen.
Uit je dorp vertrekken naar de stad
kan je ook, of zelfs naar het universum gaan.
Maar het zoete van de moedermelk
op je tong kan je onmogelijk vergeten.
Alles is zo, zoals het moet zijn.

2005


<   

TSL 73

    >