Iryna Vikyrtsjak



Gedichten


Iryna Vikyrtsjak (Zalisjtsjyky, 1988) studeerde Engelse en Duitse taal- en letterkunde aan de universiteit van Tsjernivtsy, in het westen van Oekraïne. Als dichteres debuteerde zij in 2005 met de bundel ‘Gesprek met een engel’ (Rozmova z angelom). Sindsdien werd haar werk vertaald in het Engels, het Duits, het Pools en het Spaans. Vikyrtsjak geldt vandaag in Oekraïne als de belangrijkste organisator van literaire festivals. Sinds juni 2016 is zij directrice van het programma Creative Europe van de Europese Commissie. Dit jaar is zij ook mede-curator van het Read My World-festival, dat in oktober plaatsvindt in Amsterdam.



seizoensdip



Autumn cannot bereave us.
Rose Ausländer

Om de Heer te kennen –
en daaraan denk jij
telkens weer op de landingsbaan –
moet je je blik op verre lichten richten,
terugdenken aan de zwaartekracht,
fysica studeren.

Foto’s maken voor voorbijgangers,
hun in de ogen en de ziel kijken.
ieder half jaar verhuizen,
om opnieuw op te duiken
en je longen vol lucht te zuigen.

Om je seizoensdip te overwinnen,
moet je je angsten in het gelaat kijken,
vertrouwen op de psychosomatiek,
denken aan de dood en erin berusten,
in haar onvermijdelijkheid later
of vandaag al.

Vluchten, om niet te verdwalen,
wachten op de landing aan de andere kant,
waar liefde wordt verkocht
in boekhandels en bij Starbucks.
Zomaar in weerwil
van de gestudeerde fysica
aanvaarden als axioma van het seizoen:
dat er elke herfst
van elk
van ons
een stukje
in New York is,
en een stukje
van New York
in elk
van ons.

HARPISTE IN DE SUBWAY



Hoeveel steden passen er in jou?
Hoeveel bruggen in je longen,
tramsporen in je aders,
ringwegen om je hart,
woonwijken op je verhemelte.
Stijgingen en dalingen van verdieping naar verdieping.
Treinstations – jij liep naar buiten, ging verder op je geheugen.

Hoeveel ruimte past er in jou,
voetgangerstunnels, metrohaltes,
straatmuzikanten, sommigen onvergetelijk…
Herinner je je de harpiste in de subway?
Hou je vast aan die heldere klanken,
zoek ze in je binnenste op,
hou je vast aan het innerlijke licht,
wees een deeltje van de hoofdstad van de wereld.

Mediteer elke ochtend en drink elke avond,
hou eindelijk halt, leer gelijkmatig te ademen,
leer niet meer weg te vluchten van jezelf, de wereld rond,
leer halt te houden, al is het maar op de top,
denk aan je innerlijke harp,
abstraheer je van het uiterlijke,
herhaal mompelend voor jezelf
de mantra van Rose
en praat met deze stad:
jouw snikkende sirenes
zijn onze muziek
jouw sporen onze aders
jouw ondergrondse
onze woning.

voor r.a.



Rose,
jij wist
hoe je god kon voelen in het hart van manhattan
op de een of andere manier ving jij met je handen
de spiralen van de aluminiumveren
die uit de hemel neerhangen

daarna ging je op veilige afstand
naar de enige appelboom
in central park
je koos woorden uit
en stak ze in de appel in plaats van de pitten
je stuurde ze langs de veer naar de ruimte
je liet ze los

Rose,
ik weet dat jij de stemmen
hoorde van generaties die in de lucht bleven hangen
tussen de 34th en 35th avenue
je sorteerde ze in volle kantoren
in telefoonkabels en de telegraaf naar Europa

maar ook in de radioverbinding van New-Yorkse taxidiensten,
en de chauffeurs, de montere en de apathische,
hoorden aan waarheen de rit ging
reden onbestaande adressen achterna
ze verdwaalden
ze verdwenen
ze verlosten

voor m.d.



Zij die jou geleerd heeft te bidden, zal nooit meer wijken van je zij.
Je zult niet dromen, wellicht, van haar die jou geleerd heeft te houden van God en de Wereld.
Wellicht zal jouw huis niet leeg zijn zonder haar, zal de hond niet janken naar de maan.
Niemand zal zwart dragen en de zon zal ʼs ochtends opkomen alsof er niets aan de hand was.
En over een week komt de lente, komen witte lelies, tijgerlelies, hyacinten,
Zelfs de verdroogde perzikenboom, de oude kerspruim, de grijpgrage clematis en de pioenrozen:
Alles zal groeien en kronkelen, en nog voor mei zal je zien hoe ook de parapluvormige
Dille in bloei staat en het kweekgras en onkruid overwoekert, alle niches en open plekken in de schaduw zet.
En wat komt daarna, na mei? Buxus en ook blauweregen zullen onze ruimte vullen,
De stevige vertakkingen van zijn steel duwen stenen opzij. Het belangrijkste is, niet bang te zijn
Dat je een of ander woord in een gebed vergeet of dat je het geschikte, passende woord niet kunt vinden,
Het belangrijkste is dat je vasthoudt aan de ervaringen uit je kindertijd en dat je God en de Wereld blijft beminnen. Net als vroeger
Naar de maan te kijken, elk jaar dille te zaaien en de clematis te begieten.
En als in de zomer een vlinder op je natte haren komt zitten om te drinken, of een roze
Wolk boven het dak komt hangen, om het even waar je huis is: je zal zeker weten
Wie hen daarheen heeft gebracht.

* * *



Ik weet dat je hier bent.
Ik hoorde het geluid: door een toevallige ontmoeting met een metalen knoop
hield de klink van de commode luid en lang een vibrerende sol aan.
Jij bent hier in deze muren, in de lade, de vloer, of de spiegel aan het plafond,
je spartelt als een hulpeloze djinn –
zoals een vogel tegen het raam
of een vis op het ijs –
tegen de structuur van vaste materie.
Zes weken zijn voorbij
en jij bent nog altijd onzichtbaar en onhoorbaar,
aanwezig tussen de opgevouwen kleren in de kast,
tussen de rijen glazen in het dressoir,
die zoals altijd rinkelen
wanneer een vrachtwagen langs het huis rijdt.
Zes weken zijn voorbij, en gisteren
blies een plotse tocht
oude en nieuwe foto’s van tafel,
en voor het eerst was overeenkomst te zien tussen jou en mij.
Ik weet dat je hier bent.



Vertaling Eric Metz


<

TSL 74