Henryk Sienkiewicz werd geboren in een
verarmde adellijke familie. Zijn geboortejaar
en -plaats lijken niet helemaal vast
te staan: volgens sommigen werd hij geboren
in 1846 in wat toen nog Litouwen
was, maar volgens anderen stond zijn
wieg in Polen, waar hij in 1848 ter wereld
gekomen zou zijn in het dorpje Wola
Okrzejska. Hij doorliep het Gymnasium
van Warschau en studeerde af aan de
Universiteit van Warschau, waar hij filologie
en geschiedenis studeerde. Hij
had echter niet veel met school op; hij las
liever romans, vooral die van Walter Scott
en Alexandre Dumas. Hierdoor werd de
basis gelegd voor zijn latere schrijversloopbaan.
In de jaren zeventig en tachtig van de
negentiende eeuw begon hij onder het
pseudoniem
Litwos korte verhalen te publiceren
in dagbladen, waardoor de interesse
in zijn persoon toenam en hij uiteindelijk
ertoe overging om zijn eigen naam
te gebruiken. Behalve met schrijven hield
hij zich ook bezig met journalistiek, een
terrein waaraan hij een aanzienlijke periode
van zijn leven gewijd heeft. Daarnaast
was hij ook een aantal jaar redacteur van
de Niwa, een Pools literair en wetenschappelijk
tijdschrift dat hij gebruikte als
podium voor zijn eigen korte verhalen.
De meeste faam verwierf Sienkiewicz
met zijn roman Quo vadis, het boek dat hem
in 1905 de Nobelprijs voor de Literatuur
opleverde. Toen de Eerste Wereldoorlog
uitbrak, installeerde Sienkiewicz
zich in Zwitserland, vanwaar hij de Poolse belangen
behartigde en waar hij bleef wonen tot
aan zijn dood in 1916. In zijn boeken snijdt
hij vooral thema's uit de vaderlandse geschiedenis
aan, maar hij heeft ook andere
genres op zijn naam staan, zoals de psychologische
roman Bez dogmatu (‘Zonder
dogma’), adellijke romans zoals De oude
knecht en Hania en historisch-religieuze
romans zoals Quo vadis en Pójdźmy za
Nim! (‘Laten we Hem volgen!’).