Frans Stapert



Gespuis, bedriegers, charlatans...
De vrolijke bestsellers van Valentin Pikoel



In de Sovjetunie is Valentin Pikoel (Leningrad, 1928) zonder enige twijfel de meest produktieve, de meest gelezen en de meest besproken Russische schrijver van deze tijd. Temidden van de talloze auteurs die nu weer gedrukt worden en pas nu voor een groot Sovjetpubliek beschikbaar komen (Babel, Zamjatin, Platonov, Vojnovitsj, Solzjenitsyn), zijn goede schrijvers van onze tijd (Bitov, Pristavkin en Ajtmatov bij voorbeeld) in de minderheid. Pi.koel neemt in deze rij een bijzondere plaats in. Hij is Ruslands onbetwiste volksschrijver van dit moment in letterlijke zin.

Pikoels populariteit is terug te voeren op zijn uiterstpakkende, onmiddelijk toegankelijke verteltrant, op de keuze van zijn (meestal historische) materiaal en bovenal op het tot absurdmenselijke proporties reduceren van de karakters en gedragingen van zijn (meestal beroemde) historische personages. Pikoel heeft een voorkeur voor de geschiedenis van Oost-Europa en speelt handig in op het in Rusland diepgewortelde antikosmopolitanisme, op het door het onuitroeibare Stalinisme verder geinfantiliseerde historische bewustzijn en op de hierdoor versterkte wederzijdse botsingen tussen gevoelens van nationale super- zowel als inferioriteit van het Russische volk. Pikoels personages zijn van een klassiek, Gogoliaans type, maar krijgen er een dimensie bij door hun historische fond, die hun gedragingen en uitlatingen (die op zich al niet mis te verstaan zijn) nog extra vet aanzet. Dat heeft Pikoel de nodige kritiek opgeleverd. Sommige critici wijzen dit procédé als een goedkoop cliché van de hand en bestempelen zijn oeuvre als kitsch.

Veel vaker echter wordt Pikoel beschuldigd van historisch dilettantisme of zelfs van pro-Russische geschiedsvervalsing. Dat gebeurt dan voornamelijk in Russische periodieken. Deze kritiek is onzinnig en begrijpelijk tegelijkertijd. Onzinnig, immers, de historicus die zich voor het Rusland van Catharina de Grote en haar 'favoriet' Potjomkin interesseert, moet niet in eerste instantie naar Pi.koels roman De Favoriet grijpen, maar een encyclopedie of een geschiedenisboek openslaan. Begrijpelijk is de Russische kritiek evenzeer, want een Russische lezer beoordeelt elk literairwerk traditioneel niet alleen op zijn esthetische, maar (meer dan wij) op zijn 'waarheids'-gehalte, met andere woorden: hoeveel morele, emotionele, historische of bij voorbeeld antibolsjewistische 'waarheid' bevat een roman, verhaal, gedicht of toneelstuk. Ik durf zelfs te beweren dat deze voor de serieuze literatuurkritiek extrinsieke categorieën zich in de Russische pers momenteel overwegend als intrinsiek manifesteren. Inherent aan de literatuur van een land met een totalitair regime is immers dat zij de kritische taak van de journalistiek voor een belangrijk deel overneemt.

Pikoels Historische miniaturen (1983), een bundel schitterende korte verhalen, zijn in de tijd gesitueerd tussen de zestiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw. In een imposante stoet voert de schrijver grote historische personages op: Richard Chancellor, Ivan de Verschrikkelijke, Gustaaf de Derde, Catharina de Grote, Napoleon, Lomonosov, enzovoorts, die zonder uitzondering op één of andere manier belachelijk gemaakt worden. Vooral de manier waarop Pikoel de Russische cultuur en de Russische geschiedenis zelf op de hak neemt (tot nu toe een zeldzaamheid in de Russische literatuur), dwingt respect af en neemt de critici die hem van pro-Russisch nationalisme beschuldigen nog meer wind uit de zeilen. Niet alleen in historisch maar ook in geografisch opzicht maken de personages in deze verhalen vaak verre reizen, meestal over zee. 'Kelder mij of wees vervloekt!', een van de negenendertig Miniaturen, is een typisch voorbeeld van Pikoels werkwijze. De levensloop van een niet al te beroemde historische figuur, Paul Jones, (de associatie met kapitein Haddock dringt zich op) is de aanleiding voor een confrontatie van de Amerikaanse en Franse revoluties met een van Pikoels stokpaardjes, het Brezjnev-regime avant la lettre, het achttiende-eeuwse Rusland van Catharina de Grote.

Het bewind van Catharina is een van de schilderachtigste perioden uit de Russische geschiedenis, uit de wereldgeschiedenis zelfs. Van die schilderachtigheid maakt Pikoel dankbaar gebruik in zijn magnum opus, de volumineuze roman De Favoriet (1982). Catharina wist, gesteund door de gebroeders Orlov, haar man, Peter III, in 1762 van de troon te stoten en een bewind te voeren dat aan elkaar hing van tegenstrijdigheden. Enerzijds correspondeerde de 'verlichte despote' met Voltaire en verbleef Diderot enige tijd aan het hof, anderzijds beroofde zij de Russische boeren van elke bewegingsvrijheid en beleefde de adel hoogtijdagen. Niet alleen haar eigen liefdesleven, maar dat van heel haar hofhouding was uitermate gevarieerd, met hoofdrollen (natuurlijk) voor haar gunstelingen, die zij (anders dan Brezjnev!) naar hartelust aantrok en verstootte. Pikoel spiegelt ons voor dat Catharina als enige niet-drankzuchtige de machtsstructuren van de haar omringende holfhouding van sukkelaars, gespuis, liederlijke domoren, intriganten en charlatans wist te blijven beheersen. De uitspraken die Pikoel in deze roman zijn personages (Catharina voorop) in de mond legt zijn op zijn zachtst gezegd opmerkelijk. Daarbij put hij uit een enorm arsenaal van (soms) haast vergeten Russische woorden, zinswendingen en uitdrukkingen, een prachtige schat die alleen grote vertellers op de juiste wijze weten te doseren.

Pikoel, die zelf jarenlang gevaren heeft, is de vleesgeworden kapitein Haddock die aan het schrijven geslagen is. Haddock goes literature, kortom. De Favoriet scoort hoog in mijn Russische boeken top-vijf van de laatste tien jaar en ik vind het dan ook onterecht dat er (bij mijn weten) nog niets van Pikoel in Nederlandse vertaling is verschenen.







<

TSL 9

>