<       TSL 28 – REDACTIONEEL       >



In het vorige nummer stond de Poolse literatuur centraal, dit nummer van TSL, het eerste van de tiende jaargang, is bijna geheel gewijd aan de Russische literatuur.

We beginnen met een stuk van de onlangs overleden professor Jan Bezemer, die lange tijd directeur van het Amsterdamse Rusland Instituut, later Oost Europa Instituut is geweest. Samen met Karel van het Reve gaf hij, via de Alexander-Herzenstichting, tal van werken van Russische dissidenten uit.

In België is een nieuwe vertaalprijs voor slavisten ingesteld, de 'Prof. Em. Hugo Benoy-Prijs', genoemd naar de oprichter van het Hoger Instituut voor Vertalers en Tolken te Antwerpen, professor Hugo Benoy, die zich zeer verdienstelijk heeft gemaakt voor de Belgisch-Russische betrekkingen. De prijs wordt jaarlijks toegekend in zowel de categorie proza als poëzie (Russisch). De winnende inzendingen worden in TSL gepubliceerd.

Een van de beroemdste Russische toneelstukken, Verdriet door verstand van Aleksander Gribojedov, een tijdgenoot van Poesjkin, is tot op heden niet in het Nederlands vertaald. We publiceren een gedeelte uit dit uiterst lastig te vertalen stuk, dat als weinig andere literaire teksten zo'n goed beeld geeft van de mentaliteit in de hogere kringen in Rusland in de eerste helft van de negentiende eeuw.

Onze nieuwe redacteur Cees Willemsen ontwikkelt zich steeds meer tot de geschiedschrijver van de Nederlandse (en Vlaamse) slavistiek. Voor dit nummer had hij een uitgebreid interview met de eerste hoogleraar Russische letterkunde aan de Universiteit van Leuven, Ton Lathouwers. Een van de taken die TSL zich stelt is onbekende schrijvers voor het voetlicht brengen. Dit keer zijn er mooie verhalen van drie contemporaine auteurs: Jegor Radov, Ljoedmila Sjtern en Dmitri Bakin. Niet contemporain, maar toch nog (te) onbekend is de futuristische Velimir Chlebnikov. De briljante vertaling van zijn 'supra vertelling' Zangezi verdient de allerhoogste lof.

December 2000