Hij stond al geruime tijd op stapel: de bibliografie
van alle vertalingen van Russische literatuur
in het Nederlands die ooit verschenen zijn.1 Ik
heb er reikhalzend naar uitgezien. Zou het lukken
de talloze verschillende edities van bijvoorbeeld
Dostojevski's Schuld en boete (of zoals
het tegenwoordig heet Misdaad en straf) en
Tolstojs Oorlog en vrede te achterhalen en te
beschrijven? De vele uitgaven zonder jaartal
juist te dateren? Alle vertalingen terug te voeren
op de oorspronkelijke teksten?
Het eerste wat je doet als je zo'n boek in handen
krijgt is de proef op de som nemen. Staat
alles er wel in en zijn de gegevens volledig? Ik
haal, geheel willekeurig, vijf boeken uit mijn
kast.
1) Ivan Turgenieff, Een overtollig mensch.
Uit het Russisch vertaald door J.C. van Wageningen.
Boekenvrienden Solidariteit, Hilversum
1936.
Hij staat erin, onder No. 2137. Bovendien
wordt aangegeven, wat in het boek zelf niet vermeld
staat, dat het hier een tweede druk betreft.
2) F.M. Dostojewski, De legende van
Christus en de groot-inquisiteur. Uit het Engels
vertaald en bewerkt door Arjen F. de Groot.
Kairos, Soest 1981.
De bibliografie vermeldt de uitgave onder
No. 726, met een herdruk in 1985. Deze heeft
in de bibliografie een apart nummer gekregen
(No. 727), waarschijnlijk omdat in deze uitgave
Arjen F. de Groot uitsluitend als bewerker en niet als vertaler wordt genoemd. Normaal gesproken
vallen herdrukken en ook bewerkingen
van dezelfde vertaling onder één nummer.
3) Fedor Gladkow, Siberië. Uit het Russisch
vertaald door Dr. A.E. Boutelje. De Gulden
Ster, Amsterdam z.j.
In de bibliografie te vinden onder No. 919.
Tevens wordt behalve het jaar van de Nederlandse
uitgave, die in het boek niet vermeld
staat, [1933), zoals gebruikelijk ook de oorspronkelijke
Russische titel en eerste jaar van
verschijnen gegeven: 'Staraja starina', 1927.
4) Moderne Russische verhalen. Verzameld,
vertaald en ingeleid door Jeanne Liedmeier.
Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen 1958
(Prisma-boeken), 2e druk.
De bibliografie geeft de verhalenbundel
onder No. 178, maar vermeldt alleen de eerste
druk. Aha, de eerste omissie, al is het een kleine.
De tien verhalen die in de bundel zijn opgenomen
worden alle vermeld, met tevens de oorspronkelijke
titels en jaar van eerste publikatie.
Bij de verhalen van Konstantin Fedin 'De
boomgaard' en Boris Lavrenjov 'Het is zo eenvoudig'
staan vraagtekens achter de Russische
titels. Die vraagtekens kunnen worden weggelaten,
in beide gevallen zijn de oorspronkelijke
Russische titels correct weergegeven. De verhalen
komen overigens ook elders in de bibliografie
ter sprake en daar laten de bibliografen de
vraagtekens weg, alsof ze nu plotseling wel zeker
waren van hun zaak (zie voor Fedins verhaal
onder No. 195 en voor dat van Lavrenjov
onder No. 195, 207 en 1244). Een beetje storend
is dat als jaar van eerste publikatie van
Lavrenjovs verhaal drie maal een ander jaartal
wordt genoemd, 1924, 1925 en 1927 (1925 is
het juiste). Opmerkelijk is dat dit toch niet zo
vreselijk bekende verhaal door drie verschillende
vertalers is vertaald, behalve door Jeanne
Liedmeier ook door Nico Rost en Dr. A. Saalborn.
5) Alexander Solzjenitsyn, Kankerpaviljoen.
De Boekerij, Baarn z.j., 16e druk.
In de bibliografie opgenomen onder No.
1792. Daar wordt als jaar voor de zestiende
druk 1975 opgegeven. Een vertaler - waarschijnlijk
is de roman uit het Engels vertaald -
wordt net zo min als in het boek zelf niet genoemd.
Op vijf boeken slechts een paar schoonheidsfoutjes,
dat is geen slecht resultaat. Bij
verdere, meer gerichte controle, kunnen weliswaar
meer schoonheidsfoutjes worden vastgesteld,
maar stijgt tegelijkertijd de bewondering
voor het zorgvuldige en hardnekkige speurwerk
dat de auteurs hebben verricht. De Bibliografie
is zeer compleet. Van de eerste gesignaleerde
vertaling uit 1789, het toneelstuk De familietwist
van de hand van Catharina de Grote (No.
808) tot de meest recente vertalingen van deze
tijd (helaas gaat de bibliografie niet verder dan
1985) is nagenoeg alles wat aan Russisch literatuur
in het Nederlands is vertaald en in boekvorm
is verschenen, uitvoerig bibliografisch beschreven.
Voor hun monnikenwerk hebben de auteurs
talloze bronnen geraadpleegd, natuurlijk de Nederlandse
standaarduitgave Brinkman's Catalogus
van boeken en tijdschriften, maar ook
Vlaamse bronnen als Belgische Bibliografie,
Lectuurrepertorium en de belangrijkste voorganger:
de bibliografie in Johan Daisne's boek
over de Russische literatuur Van nitsjevo tot
chorosjo (Brussel 1948). Vergelijking met de
laatste laat zien hoe eindeloos veel preciezer dan
Daisne het duo Waegemans/Willemsen te werk
is gegaan. Daisne geeft wel een behoorlijke lijst
titels, maar voor wie een beetje is doorgedrongen
in het gebied, zijn de leemtes wel erg
in het oog vallend en laat ook de bibliografische
beschrijving veel te wensen over. Waar Daisne
niet meer is dan een goedwillende amateur
hebben Waegemans en Willemsen zich met
grote professionele vaardigheid zich van hun
taak gekweten. Mede gesteund door de fervente
verzamelwoede van de laatste - Willemsen
beschikt over de grootste privé-collectie russica
in Nederland - hebben de bibliografen zo min mogelijk aan het toeval overgelaten. Ze hebben
de boeken opgespoord in bibliotheken en antiquariaten
en de bibliografische beschrijving
'met het boek in de hand' gemaakt. Alleen in
noodgevallen, als een boek echt nergens te vinden
was, is er gebruik gemaakt van gegevens
uit bestaande bibliografieën.
Het resultaat van deze werkwijze is dat niet
alleen bijna alle bestaande vertalingen zijn vermeld,
maar dat ook de bibliografische gegevens
zelf aangenaam uitvoerig en compleet zijn. De
schrijvers zijn alfabetisch geordend volgens de
gangbare internationale bibliotheektranscriptie
(wat betekent dat Tsjechov onder Čechov staat
en dus niet bij de T maar bij de C gezocht moet
worden), maar van ieder werk wordt ook de
Nederlandse schrijfwijze van de auteursnaam
gegeven zoals die op het boek staat (dus soms
Tsjechow of Tsjechof of zelfs Tschechoff, afhankelijk
van de taal waaruit is vertaald, voor
de Tweede Wereldoorlog veelal Frans of
Duits). Verder wordt natuurlijk de Nederlandse
titel vermeld zoals die voorkomt op het titelblad,
plaats en jaar van uitgave, uitgever, eventueel de
reeks waarin het boek is verschenen, vertaler
en/of bewerker, aantal pagina's, de verschillende
edities en drukken van een en dezelfde vertaling
en last but not least de oorspronkelijke titel
en jaar van eerste publikatie in het Russisch.
Buitengewoon plezierig is dat van elke verhalen-
en gedichtenbundel en van elke anthologie
de complete inhoudsopgave is weergegeven
met steeds de titels in het Russisch eraan toegevoegd.
Aangezien de bibliografie een uitgebreid
register bevat van de Russische titels, kan zo
zeer snel worden nagegaan of een bepaald gedicht
of verhaal is vertaald en waar deze vertaling
verschenen is. Een register van titels in
het Nederlands ontbreekt, maar dit is niet echt
bezwaarlijk. Wie geen Russisch kent zoekt de
gewenste vertaling op bij de betreffende auteur,
kijkt welke Russische titel gegeven is en kan
vervolgens via de index van Russische titels
alle vindplaatsen vaststellen.
Wat wel jammer is, wat ik althans zelf als
een gemis heb ervaren, is dat er helemaal niets
wordt vermeld ten aanzien van de uitvoering
van de boeken. Aanduidingen als gebonden,
ingenaaid, gelijmd etcetera ontbreken en zelfs
wordt niet altijd aangegeven of een titel in twee
of meer afzonderlijke banden of in één band is
verschenen. Mijn eerder genoemde uitgave van
Solzjenitsyns Kankerpaviljoen bijvoorbeeld is
een paperbackuitgave, twee delen in één band.
De eerste druk van deze roman bestaat uit twee
afzonderlijke gebonden delen. Ook als een
bepaalde editie in verschillende uitvoeringen op
de markt is gebracht - dit gebeurde zeer geregeld
in de jaren twintig en dertig - wordt daar
niets over gezegd. Zo ken ik van de roman van
V. Matvejev De commissaris van de goudtrein
(Amsterdam 1939, No. 1397) drie uitvoeringen:
een rode band met foto, een donkergele
bandmet letters en een lichtgele band met letters
en een silhouet. Boeken zijn geen postzegels,
maar meer aandacht voor de verschillende varianten
waarin de uitgaven zijn verschenen zou in
zo'n complete 'catalogus' als de bibliografie van
Waegemans en Willemsen pretendeert te zijn en
ook is, niet hebben misstaan. Bovendien waren
deze gegevens, gezien de jarenlange praktische
zoektocht annex verzamelwoede, hoogstwaarschijnlijk
beschikbaar, zodat ze gemakkelijk
toegevoegd hadden kunnen worden.
Maar laat ik me ten aanzien van dit indrukwekkende
en succesvolle project niet verliezen
in muggezifterij. De beide auteurs hebben een
unieke bibliografie tot stand gebracht, uniek
door zijn compleetheid en gedetailleerdheid, uniek
ook omdat een dergelijke bibliografie van
vertalingen uit een bepaalde literatuur nog nooit
eerder op deze schaal is gemaakt in ons taalgebied.
Het begrip 'literatuur' is door de samenstellers
gelukkig zeer ruim opgevat. Onder het
motto 'beter tien boeken te veel dan één boek te
weinig' hebben ze alles opgenomen wat maar
enigszins naar literatuur zweemt, met inbegrip
van kinder- en jeugdlectuur, memoires, egogetuigenissen,
en niet-literaire werken van schrijvers
die ook literatuur hebben geproduceerd
(Tolstoj bijvoorbeeld). In totaal komen ze daarmee
op 2252 verschillende vertalingen. Hierbij
zijn de verhalen en gedichten in bundels en anthologieën
gerekend, die alle een apart nummer
hebben gekregen, anderzijds zitten herdrukken
en bewerkingen van een vertaling allemaal onder
één nummer. Anna Achmatova's gedicht
'Dronken red ik mij met jou uitstekend', dat
voorkomt in de door Ch. B. Timmer vertaalde
bundel Kwartet. Osip Mandelsjtam- Anna
Achmatova - Marina Tsvetajeva - Boris Pasternak (Amsterdam 1982, No. 171) krijgt
onder Achmatova een eigen nummer, 217 (in
de bibliografie gaan de bundels vooraf aan de
alfabetische lijst van auteurs). De acht edities
van Oorlog en vrede van Tolstoj in de vertaling
van Dr. A.E. Boutelje, verschenen tussen 1949
en 1973 bij verschillende uitgevers en in verschillende
bewerkingen moeten het doen met
No. 1990. De recentere vertaling van René de
Vries (vijf drukken) krijgt natuurlijk wel een
ander nummer ( 1996). Een bundel verhalen of
gedichten van één auteur wordt behandeld als
een boekpublikatie en krijgt ook maar één nummer,
al wordt wel de complete inhoudsopgave
gegeven. Al deze gegevens in aanmerking genomen
zijn er tussen 1789 en 1985 ruim 2500
verschillende Russische literaire teksten (ongeacht
of het gaat om een gedicht, een verhaal
of een roman) in het Nederlands vertaald, de
meeste één keer, sommige een aantal of zelfs
een flink aantal keren. Tijdschriftpublikaties zijn
hierbij buiten beschouwing gebleven, want die
bevat de bibliografie helaas niet. Naar schatting
komen er per jaar gemiddeld zo'n vijftig titels
bij, vijfentwintig boekpublikaties waaronder
enkele verzamelbundels. Omdat er de laatste
jaren nogal wat vertaalde poëzie wordt uitgegeven
vertoont het aantal vertalingen dat er jaarlijks
bijkomt een opgaande lijn.
De Waegemans/Willemsen levert tal van
boeiende gegevens. Het zal niemand verbazen
dat Tolstoj de meest vertaalde van alle Russische
schrijvers is. De bibliografie heeft dertig
bladzijden voor hem nodig, ruim tweehonderd
nummers (van 1860 tot 2076). Dostojevski is
een goede tweede met bijna 140 nummers (van
667-801; eigenlijk moet dit één nummer minder
zijn , want de Omnibus, Utrecht/Antwerpen
1964, staat er twee keer in, een keer onder
Dostojewski Omnibus, No. 681 en een keer
onder Omnibus, No. 734). Het populairste
werk is zonder enige twijfel Anna Karenina
dat, inclusief herdrukken, een keer of zestig is
uitgegeven. Het gaat daarbij echter om verschillende
edities van verschillende vertalers en
bewerkers. Als we ons beperken tot één vertaling
dan scoort Dokter Zjivago in de vertaling
van Nico Scheepmaker veruit het hoogst: achtendertig
drukken in vierentwintig jaar. Solzjenitsyns
Kankerpaviljoen komt op de tweede
plaats met zeventien drukken in zes jaar. Of dit gezien de korte tijdspanne waarin deze herdrukken
zijn gerealiseerd op zichzelf ook weer een
record is, is niet vast te stellen, want de bibliografie
geeft alleen het aantal herdrukken in een
bepaalde periode, niet per herdruk ook het bijbehorende
jaartal.
Voor wie gevoelig is voor dit soort bibliografieën
is de Waegemans/Willemsen een kostbaar
en onuitputtelijk lees- en naslagwerk. Onuitputtelijk
vooral ook omdat je blijft vergelijken,
controleren, natrekken en proberen in en
aan te vullen waar de auteurs verstek hebben
laten gaan. Niets is volmaakt, maar het aardige
hier is dat de lezer zelf aan de slag kan om te
helpen de volmaaktheid tot stand te brengen.
Flink wat aanvulling behoeven de titels in het
Russisch; nog lang niet in alle gevallen, en dat
geldt in het bijzonder voor de verhalenbundels,
zijn de auteurs erin geslaagd de oorspronkelijke
Russische teksten te traceren. Hier kan door gezamenlijke
inspanning van slavisten nog veel
worden bereikt. Ik doe een voorzet voor de
bundel Kolyma. Verhalen uit de Goelag Archipel
van Varlam Sjalamov (Amsterdam 1982,
No. 1696), waarbij van de vierentwintig verhalen
maar een deel van Russische titels is voorzien.
De aanvullingen luiden: 'In het badhuis'
(V bane), 'Veldrantsoenen' (Suchim pajkom),
'Sententie' (Sentencija), 'Prothesen' (Protezy),
'Stilte' (Tisina), 'De laatste slag van majoor
Poegatsjov' (Poslednij boj majora Pugačeva),
'Grafrede' (Nadgrobnoe slovo), 'Op de pof
(Na predstavku), 'Een stuk vlees' (Kusok
mjasa), 'De injector' (Inžektor), 'Magie' (Magija),
'De eerste tand' (Pervyj zub). De meeste
van deze verhalen zijn voor het eerst, tussen
1966 en 1978, verschenen in de emigrantentijdschriften
Grani en Novyj Žurnal, maar ik heb (nog) niet de moeite genomen de precieze
jaartallen vast te stellen.
Als ontbrekende uitgaven heb ik tot nu toe
genoteerd:
- Het totale vertaalde oeuvre van Nikolaj
Berdjajev; de schrijver is weliswaar filosoof,
maar hoort zeker thuis in de Russische literatuur
(de filosoof Vladimir Solovjov is wel
opgenomen).
- Anton Čechov (Tsjechov), Iwanow. Bewerking
Guus Rekers. Publiekstheater, Amsterdam
(1974). 88 blz. (Ivanov).
- Nikolaj Chochlov (Chochlof), Recht op
eigen geweten. Nederlandse vertaling en bewerking
van Hans Schönzeler en Frans Wennekes.
Nijgh & Van Ditmar, Den Haag z.j. 387
blz. (Pravo na sovest').
- Jurij Korolkov (Joerii Korolkow), De
man voor wie geen geheimen bestonden. Vertaling
M.H. Lansberg-Stam. De Boekerij,
Baarn z.j. 208 blz. (Čelovek dlja kotorogo ne
bylo tajn).
- Nikolaj Ostrovskij (Ostrowski), Hoe het
staal gehard werd. Vertaling Dr. Frenny de
Graaff. Obla, Brussel z.j. 148 blz. (aanvullende
editie bij No. 1489).
- Michail Saltykov-Ščedrin (Saltykov-Sjtsjedrin),
De onbaatzuchtige haas. Vertaling
Bram Rebers. 'De idioot', Grootebroek 1985.
20 blz. (Samootverzennyj zajac, 1883).
De auteurs zijn, zoals ze zeggen in hun
'woord vooraf, iedereen dankbaar die fouten en
omissies signaleert. Ik hoop dat ze vaak en velen
dankbaar zullen moeten zijn. Hun boek is te
mooi om het bij een eerste druk te laten. Over
vijftien, twintig jaar verwachten we een geheel
herziene, verbeterde en up-to-date gebrachte
tweede editie.